Na bijna 4,5 jaar is het eindelijk zo ver. Nu al 5 dagen na elkaar worden we uitgerust, fris en fruitig en vol energie wakker tussen kwart voor acht en kwart over acht. Ja ja, je leest het goed, tussen 7:45 en 8:15!
Een keerpunt. Na jaren van zwaar onderbroken nachten, nachtelijke knuffelbeurten met een of ander kind, ochtendlijke speelpartijen met een ander kind, weten we niet wat ons overkomt!
Wat was nu de oplossing? Kind 1 en 2 samen laten slapen. Ze kwamen er zelf mee trouwens. Kind 2 wou bij Grote Broer slapen en Grote Broer doopte meteen “zijn kamer” om in “onze kamer”. De eerste nacht namen we de vraag niet al te serieus en legden we alleen een matras naast het bed. Ze kregen één kans om het te proberen. Als ze niet flink zouden slapen, dan was het experiment over.
De nacht verliep wonderwel perfect. Uiteraard hoorden we het eerste half uur alleen gegiechel en opgewonden fluisterende stemmetjes door de babyfoon, maar daarna was het stil. Stil tot kwart voor acht. De Wederhelft was in de wolken en verhuisde diezelfde morgen meteen nog het volledige bed van Kind 2 naar de kamer van Kind 1. Valt het op dat we echt nood hadden aan slaap en een bed voor ons alleen, zonder een kind tussen ons in?
De tweede nacht verliep op dezelfde manier. Beetje gegiechel, beetje gelach en daarna stil. Echter, om 6u de volgende morgen hoorden we Kind 2 zingen. Verdorie, te vroeg hoera geroepen. Of toch niet? Ik ging de kamer binnen. Kind 2 had geplast en wachtte tot ik kwam helpen om haar billetjes schoon te vegen. Normaalgezien is ze daarna helemaal wakker en klaar om aan haar dag te beginnen. Ik geloofde dus ook mijn oren niet toen ze zei: “Mama, kun je me weer onderstoppen, want Broer slaapt ook nog.”
En zo kroop ik om kwart over zes nog eens naast mijn Wederhelft in bed, in plaats van in de keuken het ontbijt klaar te zetten 🙂