Na vier maanden melk drinken, was daar de eerste mijlpaal: groenten- en fruitpap. Dit was een moment waar ik heel erg naar uitgekeken had. Babycook in de aanslag, massaal groenten en fruit gekocht en vol overtuiging begon ik te stomen. Wonderwel verliepen de eerste hapjes erg vlot en al snel ontwikkelden onze kinderen zich tot echte omnivoren. Al kon en kan Kind 2 niet gecharmeerd worden door worteltjes, nu ik er zo over nadenk.
Dit verliep enkele maanden goed, tot op het moment dat ze niet meer gevoerd werden terwijl ze in de relax zaten, maar gezellig mee aan tafel konden. Van de ene dag op de andere veranderden mijn gewillige goed-etende wolkjes van kinderen in alom aanwezige, ik-wil-het-zelluuuuuuf-doen monsters. Geen mogelijkheid meer om een lepel in hun mond te krijgen.
We wilden niet bij de pakken blijven zitten en vonden het stiekem eigenlijk ook wel fijn dat wij onze maaltijd warm konden eten, dus besloten we ze hun gang te laten gaan. Bordje met zuignap werd voor hun neus gezet, een extra grote slab aangedaan. Even tussendoor: echt de meest waardeloze investering ooit, een bordje met zuignap. 7-maanders zijn echt wel inventief genoeg om die los te krijgen.
De eerste keren kwam de puree overal op hun gezicht terecht, behalve in hun mond. Niet getreurd, alle begin is moeilijk, dachten we. De tweede en volgende keren kwam het eten niet alleen overal op hun gezicht terecht, maar ook overal in de keuken. Op tafel, op de kinderstoel, in ons bord, op de grond, tegen de muur, maar gelukkig nog net niet tegen het plafond. Dat wij ze opnieuw eten zouden geven was geen optie, wegens de er aan gekoppelde driftbuien, dus we bleven volharden.
Uiteindelijk begonnen we, of beter ze, het onder de knie te krijgen en werd er weer flink gegeten. Ok, met het nodige geklieder, maar alles ging vlot en met smaak binnen. Voor het eten werd de bovenkledij uitgetrokken en na iedere maaltijd drong een bad zich op. Tegen zoveel enthousiast eten was geen vochtig washandje opgewassen.
Het enige wat ons hard tegenviel bij deze manier, was de gigantische puinhoop achteraf. Heel vaak hebben we overwogen om de keuken Dexter-gewijs af te plakken zodat we nadien alles in een vuilniszak konden proppen. Het plaatsen van een nieuwe keuken na iedere warme maaltijd kwam ook in ons op, maar bleek in de praktijk misschien iet of wat overdreven. Tot een vriendin op een dag opperde om onder de kinderstoelen oude kranten te leggen. Af en toe kan een oplossing simpel maar o zo doeltreffend zijn.
In ieder geval, na maanden van geklieder en puin ruimen na iedere maaltijd, leerden onze vier kinderen min of meer netjes eten. Ondertussen eten ze ook met bestek trouwens. Of toch meestal…als ze er zin in hebben.
Maar belangrijker, ze eten graag en met smaak. Ze durven iets nieuws te proeven, weliswaar met wisselend succes, maar dat maakt niets uit. We kunnen ze zelfs alle vier mee uit eten nemen zonder al te groot risico, in die fase zitten we al.
Pas bij Kind 3 en 4 kwamen we te weten dat deze methode dus niet alleen in ons brein ontstaan was, maar dat er al jaren zoiets bestond als de “Rapley-methode”. Je kind eten aanbieden in verschillende vormen en het zelf laten ontdekken, proeven en voelen. Wij gingen echter voor een mix van gepureerd versgemaakt, gepureerd uit een potje –makkelijk op verplaatsing- en de hapklare stukjes. Zo kregen ze zeker genoeg van alles binnen.
Rapley met een twist dus 🙂
1 Comment