Al van in het prille begin hebben we geprobeerd om Kind 3 en 4 zo min mogelijk als tweeling te behandelen maar als twee aparte kindjes. Nu is dat makkelijker gezegd dan gedaan, maar we doen ons best. Zo hebben ze bijvoorbeeld nooit samen geslapen, maar hebben ze elk hun eigen kamer, zodat ze later ook hun eigen plekje hebben.
Maar het blijft toch iets bijzonders. Daar waar Kind 1 en 2 echt niet zonder elkaar kunnen, kunnen Kind 3 en 4 niet met en niet zonder elkaar.
Als Kind 3 eerder wakker is, dan is hij het eerste kwartier dolblij met de exclusieve aandacht en al het speelgoed voor zich alleen. Daarna gaat hij aan de deur staan, of hij doet sinds kort gewoon de deur open en loopt naar boven, om Kind 4 te halen.
Als Kind 4 dan eindelijk wakker is, dan zijn ze de eerste vijf minuten poeslief en de dikste vriendjes, maar daarna breekt de oorlog uit. Kind 4 is momenteel fysiek de sterkste en schrikt er niet voor terug om broerlief aan broek en haren van een stoel te sleuren als zij daar wilt zitten. Kind 3 daarentegen is meer van het verbaal geweld en schrikt zijn zus af met dierlijke brulgeluiden. We hebben iets te veel ‘doe eens een leeuw na’ geoefend.
Meestal laat ik het ze zelf samen oplossen, maar als het dan toch de spuigaten dreigt uit te lopen, zet ik wel eens een van de twee in de hoek. Niet dat we zo’n voorstander van de hoek zijn trouwens, maar af en toe lijkt het de enige oplossing om verder onheil te voorkomen. En wat gebeurt er dan? Je raadt het al: de ene staat nog maar net in de hoek of de andere komt superkwaad naar mij toegelopen. Vooral Kind 4 kan al echt stampvoetend en met vernietigende blik voor me staan, een echte meid. Het eindigt er meestal mee dat ze samen boos zijn op mama en weer gezellig samen verder spelen. Tot de volgende crisis natuurlijk. 🙂