De vakantieperiode. Na de vorige posts van “Say What?” lijken ze er nog meer een sport van te maken om de ene memorabele uitspraak na de andere te doen.

Lees en geniet mee 🙂

* “Oh maar kijk, da’s een keischoon kakje Zus!”  Kind 2 moedigt Kind 4 aan tijdens de zindelijkheidstraining. Spijtig dat dat keischoon kakje op de parket was, maar kom, daar gaan we niet over zagen.

* “Jahaaaaa mamaaaa, ik ben toch aan het pasoppen!” (Kind 1)

* “Mama, wat is verliefd?” vroeg Kind 2. “Dat is zoals ik en papa hé, want ik ga later met papa trouwen. Maar jij bent ook lief hoor!”

* “Mama, ik vind dat wel heel goed dat jij al die dingen wilt leren aan Willem-Frederick hoor. Alleen jammer dat het niet echt werkt he.” De eerlijkheid van Kind 2 kent geen grenzen.

* “Joepie! Wij gaan bijna zjozjeren bij Pé en Mé!” (Kind 2 gaat logeren dus)

* Kind 1 geeft Kind 2 een harde duw. Kind 2 zet het op een brullen en Kind 1 schrikt daar nogal van. “Zus, als ik mezelf nu ook pijn doe, ga jij dan lachen in plaats van wenen?” “Ja, ik denk het wel, probeer eens?”

* “Woooooooooow, ik heb bloed in mijn lichaam, da’s keistoer!”  Kind 1 ziet zijn knie bloeden en beseft plots dat dat bloed dus op voorhand al in hem zat.

* “Mamaaaaaaaaaaaa, mijn lichaam valt uit elkaar!”  Er bleek een velletje aan de teen van Kind 2 te hangen.

* “In Koksijde zeggen ze stuutjes in de plaats van boterhammetjes. Dat is bijna zoals in een ander land hé.”  West-Vlaams for life!

* Kind 1 en 2 slapen in de kamer aan de straatkant, boven de woonkamer, als we bij mijn ouders logeren. Gisteren hoorden we vanuit de woonkamer plots onze dochter door het open raam naar een voorbij wandelend gezin gillen: “Seg! Jullie moeten naar bed, anders zullen jullie morgen chagrijnig zijn!”