Ok, je kunt echt niet een hele week lang op je balkon zitten en met open mond van het uitzicht genieten als je in Zuid-Tirol bent. Of beter, het kan wel, maar het zou zo zonde zijn. Daarom, onze 5 tips in het zuiden van Zuid-Tirol, ook geschikt om met jonge kinderen te doen.

1. Stoanerne Mandlar

Om maar meteen met het spectaculairste in huis te vallen. De Staonerne Mandlar (“De Stenen mannen”) is een wandeltocht die eindigt bij een reeks op elkaar gestapelde stenen. Volgens de overleveringen zou het hier gaan om een soort van heksenkring. Wat het ook mag zijn, het is in ieder geval meer dan de moeite waard. Wanneer je in Sarnthein bent, volg je met de auto de bordjes richting Sarner Skihutte. Daar kun je de auto parkeren en aan de klim beginnen. Het is een steile klim, een echte kuitenbijter. De kinderen en wijzelf hebben behoorlijk wat afgepuft tijdens de tocht. 

Gelukkig was er erg veel afleiding in de vorm van kleine bergriviertjes, vlinders en andere insecten. De gehele klim is ongeveer 7 kilometer, dus het is echt een dagtocht. Halverwege kom je een erg gezellig restaurantje tegen. Je kunt er echter alleen cash betalen, dus als je net als wij geen geld bij hebt, dan is het brute pech. Eenmaal boven aangekomen, is het genieten natuurlijk. Wij zagen veel families met hele picknickmanden. Het is ook bij locals een geliefde plek dus.

Een aanrader voor het hele gezin, mits je er echt de tijd voor kunt nemen.

2. Sarnthein

Een van de grootste troeven van Sarnthein, dat is het openbaar zwembad. Een bubbelbad, een diep zwembad, een duikplank in een bad van 4 meter diep, verschillende kinderbaden en een speelweide, zo mogen ze hier de openbare zwembaden ook wel ontwerpen! En echt, zo’n decor, dat zorgt er voor dat het zwemmen met een plus is. Een dagje luieren aan het zwembad was voor de kinderen meer dan welkom na alle wandeltochten!

3. Bolzano

Heb je op een gegeven ogenblik genoeg van de rust en de bergflanken? Dan is in de dichtstbijzijnde grote stad Bolzano. In de stad krijg je een iets Italiaanser gevoel dat op het platteland. We aten er een ijsje en een pizza en kuierden wat door de straten. Geen stad die mijn hart sneller deed slaan, maar wel gezellig voor een paar uurtjes.

4. Ga uit eten in het Luggin Steffelehof in Kaltern

In Zuid-Tirol heb je nog veel traditionele Buschenschäncke, traditionele familierestaurants die werken met lokale producten die ze het liefst ook nog eens zelf verbouwen. Het Luggin Steffelehof  is daar een van. Het restaurant wordt gerund door een gezin met twee zonen. Alle vier de gezinsleden helpen mee in zowel het restaurant als de fruitteelt. We maakten kennis met de typische streekgerechten zoals knödeln, een aanrader van jewelste. Het eten is heerlijk, de setting – lees: binnenpleintje met druiventakken – nog beter en na de maaltijd sluit je af met een zelfgebrouwen schnapps.

5. Reinswald – Urlesteig

In Reinswald kun je een kabellift naar boven nemen. Een skilift in de zomer, dat vonden onze kinderen al een belevenis op zich natuurlijk.

Eens je boven aangekomen bent, kun je het “Urlesteig”- wandelpad volgen. Dit wandelpad is erg kindvriendelijk en ingedeeld volgens verschillende thema’s (water, dieren, geschiedenis,…) Wij kozen er voor om het thema “Water” te volgen. Eerst en vooral omdat dat ons het meeste aansprak op een warme dag en daarnaast ook omdat het een van de kortste routes was die je kon doen (amper een kilometer).

De verschillende wandelpaden staan niet zo goed aangegeven, maar als je uit de kabellift stapt, moet je naar rechts en dan kun je meteen aan de tocht beginnen. De paden zijn breed en goed bewandelbaar. Op het einde van het pad kom je aan een klein meertje met een vlot en een waterval met dammetjes tussen. Wij waren op waterpret voorzien en hadden slippers en badpakjes mee, dus er kon volop gespetterd en gespeeld worden.

Heb je (en vooral de kinderen), nog meer energie, dan kun je alle verschillende wandelpaden combineren en zo de volledige afdaling te voet doen, wat neerkomt op zo’n 560 hoogtemeters.  Wij deden dit niet wegens een paar opstandige kleuters in het team 😉

Heb je geen zin om te wandelen, dan kun je ook gewoon de kabellift omhoog nemen, iets eten of drinken en weer naar beneden gaan. Het uitzicht is sowieso de moeite waard.

Uiteraard is er nog veel meer te zien en te bezoeken, maar gezien de leeftijd van de kinderen, deden we alles op een erg rustig tempo.  Reden te meer om er nog eens terug te gaan. Toen we op de kabellift zaten, begonnen we trouwens ook te fantaseren over hoe het daar moet zijn in de winter, als er sneeuw ligt. Wie weet moeten we dan toch eens Frankrijk inruilen voor een andere skibestemming?