Op een camping je vakantie doorbrengen: voor sommigen een droomvakantie, voor anderen absolute horror. Eigenlijk, ja eigenlijk zou iedereen eens een vakantie op een camping moeten doorbrengen.

Leven op een camping, dat is leven in een lagere versnelling. Het is een beetje aanrommelen en je activiteiten aanpassen op het weer van de dag. Het is plots spaghetti eten omdat je buren die eerder naar huis vertrokken nog pasta en kaas overhadden en dat bij jou in de ijskast legden. Het is ijsjes eten met alle kinderen uit ‘het straatje’ om 10u ’s avonds.

Het is ongegeneerd met witte sokken in je slippers naar het toilet lopen ’s ochtends en al 20 keer  ‘morgen buurman, lekker geslapen?’ zeggen zonder dat iemand je raar aankijkt. Het is tijdschriften van de ene tent naar de andere tent doorgeven en zo op twee weken tijd volledig op de hoogte zijn van de showbizzroddels van de afgelopen 2 jaar. Het is vriendschap sluiten met de campingpoes.

Het is marshmallows roosteren boven het kampvuur en daarna naar de tent verhuizen met een gelijkgestemd koppel om daar oneindig te babbelen over van alles en nog wat. Het is de kinderen niet iedere dag onder de douche krijgen omdat ze het te druk hebben met spelen. Het zijn vriendschappen die gesloten worden, zonder verplichtingen, zonder regeltjes, gewoon, omdat het op dat moment klikt. Het zijn kinderen die, wanneer ze hun ogen opendoen, meteen in hun kleren springen, een boterham meegrissen en gaan voetballen. Het zijn diezelfde kinderen die je pas terug ziet wanneer ze honger hebben of wanneer het echt te donker wordt.Het zijn zwarte voetjes, rouwrandjes onder de nagels en kleren met stof, zand en moddervlekken. Het is niets moeten. Het is niet haasten. Het is buiten leven, ook al regent het eens. Het is water drinken van de pomp. Het is worstjes van de barbecue halen en ze delen met de overburen.Het is zeker zijn dat wanneer er plots een stortbui komt, je kinderen wel ergens in een tent of caravan kunnen schuilen, want iedereen zorgt voor iedereen. Het is tips krijgen voor uitstapjes, of voorstellen om samen iets te gaan doen. Het is met 20 man samen staan afwassen en de voetbalmatch van de avond ervoor analyseren. Het is het geroezemoes en de flikkerende citronellakaarsjes wanneer het donker wordt en de kinderen gaan slapen. Het is de combinatie van pintjes, fleecedekens en woordzoekers. Het is het “niets moet, alles kan”- gevoel.

Die campingvibe, het is iets speciaals. Het is wat er voor zorgt dat je een traantje wegpinkt bij het vertrek van je plekje terwijl mensen die je een paar dagen eerder nog niet kende je uitzwaaien. Het is wat er voor zorgt dat je thuis ook dat ritme wilt blijven aanhouden en daar steeds beter in slaagt. Het leert relativeren en blij zijn met kleine dingen. Het leert je dat luxe niet nodig is om te genieten.

Want genieten, dat is het. Genieten met een gigantische G.

En daarom mensen, daarom zou iedereen eens een vakantie op een camping moeten doorbrengen!