In 2009 trouwden we. Na onze huwelijksdag vertrokken we meteen met de rugzak een maand naar Brazilië. Ik hield toen elke dag een dagboek bij. Tijdens het inpakken voor de verhuis, kwam ik het weer tegen en nu wil ik het vastleggen op de blog.
We maakten deze reis in 2009, dus gebruik het als inspiratie of ter ontspanning, maar pin ons niet vast op de juistheid van de toeristische informatie 🙂
1 oktober
We ontbeten met de lekkerste ananas ooit en maakten ons klaar voor een trekking door de jungle. Helemaal ingepakt: lange broek, lange mouwen, bergschoenen en ingesmeerd met van dat stinkend muggenspul. We deden een tocht van ruim 10 kilometer en hielden stevig de pas er in. De tocht an sich viel super mee, maar die hitte!
Onze gids Demien gaf hier en daar wat uitleg over geneeskrachtige wortels en planten. Super interessant!
Terug bij de lodge aangekomen was er geen tijd voor rust. Snel douchen en spullen pakken voor onze overnachting in de jungle. We kregen elk een hangmat en een muskietennet mee en met een gammel bootje vertrokken we. Na een half uur varen kwamen we op de kampplaats.
We werden gesommeerd meteen hout voor het kampvuur te gaan sprokkelen en daarna mochten we onder een dak van palmbladen onze hangmat ophangen.
Demien kookte en wij spotten ondertussen nog kikkers en kaaimannen.
Na het eten gingen we meteen slapen, je volgt er echt het ritme van de natuur, dus donker = slapen. Het was best wel spannend, zo in een hangmat in de jungle. Uiteindelijk vielen we allemaal wel in slaap, maar het was een heel lichte slaap. De onbekende geluiden zorgden er voor dat het eerder een soort van waken was in plaats van diep slapen. Uiteraard slaagde ik er in om met mijn been tegen het muskietennet in slaap te vallen, wat resulteerde in maar liefst 22 muggenbeten op 1 been. Awtsch!
Werd je ’s nachts wakker, dan was er altijd wel een heel klein beetje schemering van de maan. Echter, tussen 3 en 4 uur ’s morgens werd het zo mogelijk nog donkerder omdat je dan net op het moment zat dat de zon nog op moest komen en de maan al ‘weg’ was. De brulapen maakten de hele nacht mega lawaai. Ze bleken meer dan honderd kilometer verder te zitten, weten we meteen hoe ze aan hun naam gekomen zijn. 🙂
wat een belevenis.