In 2009 trouwden we. Na onze huwelijksdag vertrokken we meteen met de rugzak een maand naar Brazilië. Ik hield toen elke dag een dagboek bij. Tijdens het inpakken voor de verhuis, kwam ik het weer tegen en nu wil ik het vastleggen op de blog.
We maakten deze reis in 2009, dus gebruik het als inspiratie of ter ontspanning, maar pin ons niet vast op de juistheid van de toeristische informatie 🙂
6 oktober
Om half zeven ’s morgens braken we het kamp op en begonnen we aan de terugweg. We moesten immers voor de lunch terug aan de lodge zijn. Met een tikje weemoed namen we afscheid van de kampplaats, wetende dat we zo’n unieke ervaring niet nog eens mee zouden maken.
We dachten dat we rechtstreeks naar de lodge teruggingen, maar Sammy had nog een verrassing in petto. Na ongeveer drie kwartier varen, kwamen we bij een boerderijtje van kennissen. Als we beloofden wat te kopen, mochten we knuffelen met de dieren van het gezin. Uiteraard stemden we toe.
Al meteen toen we uit de boot stapten, kwam er een aapje op ons af. Hij ontdekte de restjes ei van het ontbijt en deed zich maar al te graag te goed aan het lekkers. Toen we de boerderij naderden, kwam de man des huizes naar buiten met zijn huisdier op de arm: een luiaard!
Rob nam het diertje meteen in zijn armen en je zag hem letterlijk in slaap vallen.
Toen volgden we de man naar binnen. We kregen een drankje aangeboden, het moet een soort van cachaca geweest zijn, een drankje op basis van witte rietsuiker en heel veel alcohol. Het smaakte erg lekker en op slag begonnen we weer meer te zweten!
Daarna werden we binnengeleid in een soort van heiligdom waar allerlei Indiaanse spullen tentoongesteld stonden. Zo zagen we de staf die vroeger alleen door het stamhoofd gebruikt mocht worden, bekleed met een stuk luipaardvel, papegaaienveren etc. Het was een hele eer dat we die vast mochten houden. Hij liet ons ook nog een aantal zelfgemaakte wapens zien zoals een pijl en boog en een blaaspijp. Met de blaaspijp kon hij giftige pijltjes wel 50m ver afvuren. Het gif dat hij gebruikte, was afkomstig van kikkers. Wanneer hij daarmee een dier raakte, viel het binnen de minuut dood neer.
Toen hij van Sammy hoorde dat we op huwelijksreis waren, begon hij spontaan een lied te zingen als eerbetoon. Ondertussen had Rob de luiaard nog steeds als een rugzak op zijn rug hangen. Na nog een knuffel aan de luiaard, moesten we verder naar de lodge.
Bij het aanmeren stond Rob, net zoals alle voorgaande dagen, op om snel op de kaai te springen en de boot aan te meren. Alleen liep het deze keer een beetje fout zeg maar. Rob zette in zijn enthousiasme te snel 1 been aan wal terwijl de boot nog niet helemaal stilstond. Bijgevolg duwde hij het bootje weer weg en stond plots wijdbeens tussen boot en wal. Na een behoorlijke spreidstand moest hij de strijd opgeven en donderde hij het water in. Een grote schaafwond was de enige schade, het fototoestel lag gelukkig in de boot.
Na een douche, eindelijk schone kleren en een laatste middagmaal moesten we vertrekken. ”Back to civilisation” zoals Gerry het zo mooi wist te zeggen. Na een boottocht van ruim een uur in de verzengende hitte begrepen we plots nog meer waarom je dan eigenlijk siesta moet houden. We namen opnieuw 40 minuten het busje en stapten daarna op de boot om de Amazone over te steken richting Manaus.
In de haven van Manaus stond een taxi met airco – hoera! – ons op te wachten. Voor we het wisten leek de jungle weer heel ver achter ons te liggen, letterlijk en figuurlijk, en lagen we fris gedouchet in een zacht bed. Na een kort dutje liepen we naar de supermarkt, kochten er bier, chips en hotdogs en besloten dat dat voldoende was als avondmaal.