In 2009 trouwden we. Na onze huwelijksdag vertrokken we meteen met de rugzak een maand naar Brazilië. Ik hield toen elke dag een dagboek bij. Tijdens het inpakken voor de verhuis, kwam ik het weer tegen en nu wil ik het vastleggen op de blog.
We maakten deze reis in 2009, dus gebruik het als inspiratie of ter ontspanning, maar pin ons niet vast op de juistheid van de toeristische informatie 🙂
15 oktober
We zaten nog steeds op de nachtbus, weet je wel. Normaalgezien zouden we tussen 6 en half 7 ’s morgens in Rio aankomen, maar door het heel erg vlotte verkeer waren we er al om 5 uur.
Gelukkig was het station Novo Rio best wel groot en heerste er al een drukte van jewelste. We fristen ons zo goed en zo kwaad als het kon op in de toiletten en scoorden een ontbijtje. Tegen half zeven liepen we naar de vertrekhal, wachtend op Marcel. Jawel, Marcel, de gids die ons ook de eerste dagen in Rio overal heen bracht. Net toen we hem op wilden bellen omdat hij er niet was, kwam hij er aan gereden.
Hij nam ons eerst mee naar zijn appartement zodat we konden douchen, tv-kijken (op zijn verzoek, niet het onze) en ontbijten. We voelden ons wat opgelaten, maar het deed wel erg veel deugd!
Uiteindelijk vertrokken we dan, na eerst een stop bij de garage gemaakt te hebben. Er brandden plots wel erg veel lichtjes in zijn auto namelijk. Er bleek gelukkig niets ergs aan de hand te zijn en we reden weer door.
Het plan was om naar Petropolis te gaan, de oude keizerlijke stad. Vroeger kwamen hier alle Portugese keizers naar hun zomerverblijf omdat het zo dicht bij Rio was maar tegelijk al veel koeler dan in de stad zelf. Het ligt namelijk op 900m boven de zeespiegel.
De rit naar Petropolis duurde best lang en Marcel was een behoorlijk opgefokte chauffeur. Hij claxonneerde, knipperde met zijn lichten en zijn middelvinger ging geregeld de lucht in. Volgens hem allemaal volledig terecht, want alle anderen konden niet rijden. Gelukkig zat ik achter in de auto en kon ik af en toe mijn ogen sluiten. Rob had wat minder geluk en zat voorin, toch wel wat krampachtig. Na een lang stuk autosnelweg en een tolweg begonnen we aan de klim naar boven. Ook hier was Marcel vrij, laat ons zeggen enthousiast, qua rijstijl.
Net voor we boven waren, stopten we bij een koffiebarretje om van het mooie uitzicht te genieten. Overal groen, amper bebouwing,… en dat zo dicht bij de miljoenenstad Rio!
Marcel was al vaker in Petropolis geweest en kon ons dan ook meteen naar de meest interessante plekjes brengen. Eerst bezochten we de kathedraal waar Prinses Isabella begraven lag.
Daarna gingen we door naar het Muséo Imperial. De kamers van het paleis waren volledig gerestaureerd, dus je kreeg een goed beeld van hoe het er in het verleden aan toe ging.
Na het museum reden we door naar het huis van Dumas. Hij bleek in Zuid-Amerika zowat de eerste geweest te zijn die bezig was met vliegen. Zijn huisje was piepklein en check vooral ook hoe apart de trap was gebouwd.
Rond een uur of 2 ’s middags hadden we alles zo’n beetje gezien en zochten we een restaurant op. Marcel wist een heel goed adres om ao kilo te eten. En inderdaad, het was super lekker. Alles wat we proefden smaakte heerlijk. We trakteerden Marcel omdat hij ons ’s ochtends zo gastvrij bij hem thuis ontvangen had. Na nog een stop bij een meer begon het te regenen en keerden we terug naar Rio.
Marcel zette ons af bij Rio Rockers, de jeugdherberg waar we de eerste dagen ook verbleven. De man achter de receptie herkende ons en gaf een compliment over ons mooie bruine kleurtje. Omdat het onze laatste avond was, gingen we uit eten.
Onze laatste avond van een lange reis waar eerst geen einde aan leek te kunnen komen…
Morgen: een laatste wandeling over Copa Cabana en terug op Belgische bodem