Wandelen in de bergen, het is een van de dingen waar ik het meest van geniet. Natuurlijk wandelen we iedere dag met de honden behoorlijke stukken, maar in het weekend trekken we er graag wat langer op uit.

Onze 10 must-haves voor een dagtocht:

1. Zonnecrème en zonnebril of petje. Wanneer je vertrekt is het misschien nog frisjes of wat bewolkt, maar smeren smeren smeren is de boodschap.
2. Regenjas. Het komt stiekem toch vaak van pas. Niet eens altijd voor de regen gelukkig, maar wanneer het ’s morgens wat koeler of winderiger is, biedt het net voldoende warmte. Of wat dacht je van even uitrusten op een vochtige ondergrond? Ideaal dan zo’n regenjasje. Wij hebben allemaal zo’n mini-jasje van de Decathlon dat je helemaal in een bolletje kunt rollen. Neemt amper plaats in, weegt niets en werkt perfect.
3. Waterschoentjes. Wandelen doen we altijd met bergschoenen of sportschoenen (naargelang de wandeling die we op de planning hebben). Regelmatig komen we langs bergstroompjes of kleine riviertjes waar de kinderen in willen spelen. Door de gladde natte stenen is het niet altijd handig op blote voeten, daarom namen wij jaren dezelfde slippertjes mee. Tip: Kies er met elastiekjes, dan spoelen ze niet weg tijdens het spelen. Ondertussen zijn onze kinderen wat ouder en gaan ze gewoon op blote voeten het water in trouwens, maar toen ze kleiner waren was het echt wel een noodzaak.
4. Handdoekje. Om je af te drogen na het pootjebaden, om zweet af te vegen als het heet is of om op te zitten tijdens het picknicken. Multifunctioneel. Tip: een microvezelhanddoek  is meteen weer droog en neemt weinig plaats in beslag.
5. Pleisters/Pincet. Het zou niet de eerste keer zijn dat een van ons tijdens het spelen/ klimmen een splinter of een blaar heeft. Fijn als we die dan meteen kunnen verwijderen of een pleister op doen, anders is de goede zin snel over.
6. Geld. In België hadden wij nooit cash geld bij, maar in de bergen wel. Vaak kun je in een berghut niet met een bankkaart betalen. Het gros van de tijd nemen we picknick mee, maar af en toe jezelf trakteren op een grote frisse Skiwasser of een snack moet kunnen natuurlijk!

   

7. Water. Neem altijd voldoende water mee in een herbruikbare fles. Op veel plaatsen in Oostenrijk en Zwitserland kun je aan kraantjes de drinkfles weer bijvullen. Superhandig. In de herfst neem ik ook een thermos thee mee. Niet dat het dan al zo koud is hoor, maar het is wel gezellig.
8. Lunch en tussendoortjes. Een brooddoos, wat droge koekjes/rozijnen/noten en fruit. Chocolade is af te raden. Zon, smelten, kliederboel weet je wel.
9. Powerbank. Tijdens het wandelen maken we veel foto’s en we zetten altijd Strava aan. Niet per sé om al onze afstanden de wereld in te gooien, maar omdat het zo leuk is om te weten hoeveel kilometer we effectief gestapt hebben. Mijn telefoon is ondertussen al wat versleten en de batterij gaat sneller leeg. Powerbank for the win dus.
10. Selfiestick. Dit is eigenlijk de grap van ons gezin. We hebben al jaren een selfiestick maar hebben hem ooit maar 1 of 2 keer gebruikt. Iedere keer roepen we dat we dat zo leuk vinden, uiteindelijk vergeten we het thuis of in de auto. Sterker nog, we hebben al vaker een hele dag rondgelopen met dat ding in de rugzak om dan ’s avonds thuis te zeggen “ah oei, die hebben we weer niet gebruikt”. Deze nummer tien moet moet een korreltje zout genomen worden 🙂

Welke onmisbare items nemen jullie mee op een lange wandeling – al dan niet in de bergen?

Binnenkort: kleding en schoenen, waar kun je op letten?